kind bellenblaas

Inleiding
Het is de bedoeling dat de pedagogisch medewerkers bij de peuters en de leerkrachten bij de kleuters groepsplannen ontwikkelen op basis van de observaties. De Cito’s voor jonge kinderen zijn betrekkelijk onbetrouwbaar. De uitslagen zijn teveel afhankelijk van de omstandigheden en het moment van afname. De Cito krijgt meer de functie van controle op de observatie. Een observatie heeft een subjectief element in zich. De observatie kan te optimistisch of te negatief ingevuld zijn. Als de observatie en de Cito overeenstemmen, kan direct gewerkt worden aan het groepsplan. Als dat niet het geval is, zal nader onderzoek moeten plaatsvinden om te bepalen of de gegevens van observatie of de uitslag op de Cito juist zijn.
Het maken van de groepsplannen op basis van BOSOS2tot4 en BOSOS(kleuters) is betrekkelijk eenvoudig. In het plan wordt de cognitieve ontwikkeling (taal/lezen of rekenen) samengevoegd met de sociaal-emotionele ontwikkeling en de visueel-motorische ontwikkeling.

Stap 1: Bepalen van groepsdoelen (zie voorbeeld )
In de “rapportage” van BOSOS  van de laatste observatie kan de leerkracht vinden hoeveel kinderen bepaalde doelen gehaald hebben. Zijn er teveel  kinderen  die niet goed gescoord hebben bij bepaalde items , dan worden dat algemene groepsdoelen(zie voorbeeld)
De reden kan liggen in:
-    de algehele problematiek van de kinderen;
-    onvoldoende aanbod van de kant van de peuterspeelzaal of school.
Het is mogelijk dat er geen groepsdoelen zijn.

Stap 2: Cognitieve indeling: het ontwikkelingsniveau: C
In de “analyse van de rapportage” in BOSOS2tot4 en BOSOS(kleuters)  kan de pedagogisch medewerker of  leerkracht direct zien welke doelen de kinderen wel of niet gehaald hebben.  Op basis daarvan  wordt de indeling op cognitief niveau gemaakt (zie voorbeeld:  linker kolom):
Groen: deze kinderen  functioneren duidelijk boven hun leeftijd.
De doelen van de volgende observatie beheersen zij ook al. De doelen van de observatie daarna staan bij deze kinderen centraal.
Oranje: deze kinderen functioneren op leeftijdsniveau. De doelen van de volgende observatie staan nu centraal in het aanbod .
Rood: er zijn veel items waarbij actie gewenst staan. Het kind functioneert duidelijk onder zijn leeftijdsniveau.  Het aanbod van dit kind ligt  dan ook onder zijn leeftijdsniveau.

Stap 3: Sterretje bij cognitief C*
Een sterretje achter de naam betekent dat er iets bijzonders met het kind aan de hand is. Wat dat is wordt beschreven in de gele kolom aan de rechterkant van het plan.
Geen sterretje betekent dat de doelen van de aangegeven periode centraal staan en dat er op cognitief verder niets bijzonders is.
Groen met een sterretje:
Een “groen” kind krijgt een sterretje  als de doelen nog hoger liggen. In de kolom daarnaast wordt dan aangegeven op welk niveau de leerling dan zit en welke doelen voor hem dan centraal staan.
Oranje met een sterretje:
Het kind kan wel een sterretje in het gele vakje krijgen als het slechts 1 of 2  doel mist van een vorige observatie (actie gewenst bij BOSOS).  Het aanbod geldt nog steeds de doelen van de volgende periode, alleen nu met extra aandacht voor de doelen die van de vorige periode nog niet goed zijn. Die doelen worden beschreven  in de rechterkolom.
Rood met een sterretje:
Alle kinderen die in rood staan, hebben een sterretje in de gele vakje.  De doelen die het kind nog niet beheerst, worden in het gele kolom(rechts) beschreven. Die doelen zijn gemakkelijk te vinden in “analyse van de rapportage”.  Als het er erg veel zijn, zal een selectie gemaakt moeten worden.

Stap 4:  Sterretje bij sociaal-emotionele ontwikkeling: *SE
Het is mogelijk dat er na de observatie bij de leerling  bij doelen op sociaal gebied actie gewenst(BOSOS) staat. De leerkracht plaatst dan een sterretje in de blauwe vakje naast de naam en het doel en de uitwerking daarvan worden in de rechter blauwe kolom beschreven. Als de leerling voldoet aan alle  sociaal-emotionele  doelen op zijn leeftijdsniveau, wordt geen sterretje geplaatst.

Stap 4: Sterretje bij visueel-motorische ontwikkeling: *VM
Het is mogelijk dat er bij de leerling na de observatie bij doelen op visueel- motorisch gebied actie gewenst(BOSOS) staat. De leerkracht plaatst dan een sterretje in het blauwe vakje naast de naam en het doel en de uitwerking daarvan worden in het rechter roze kolom beschreven.
Als de leerling voldoet aan alle  visueel-motorische doelen op zijn leeftijdsniveau, wordt geen sterretje geplaatst.

Stap 5: evaluatie
Na elke evaluatie zal het groepsplan aangepast moeten worden.

Slot
Een groepsplan voor peuters en kleuters (zeker groep 1)is  veel dynamischer dan de groepsplannen vanaf groep 3. De kinderen  leren in verschillend tempo en veranderen snel. Een groepsplan  voor deze jonge kinderen moet voldoen aan hun sterk wisselende ontwikkeling.

Download:
Voorbeeldschema didactisch werkplan